Overgave

315

“Je moet genieten van de muziek!” En: “Adem! Adem! ADEM!!!” Vandaag herinnerde ik me een memorabele celloles van mijn geliefde leraar aan het conservatorium. Een van de weinige lessen waar ik van frustratie in huilen uitbarstte.  Dat gebeurde nooit; hoewel hij soms behoorlijk hard kon zijn tegen zijn leerlingen was hij bij mij altijd constructief en kon ik voelen dat hij in me geloofde.
Maar deze dag ging het echt waardeloos. Ik zat zo muurvast mijn best te doen dat de kans op genieten en ademhalen tot diep onder het vriespunt was gedaald. En het helpt uiteraard niet als je de dwingende opdracht krijgt om te genieten. Toch snap ik wat hij bedoelde. En is die les me altijd bijgebleven door de jaren heen.
Het gaat natuurlijk om overgave. Als ik naar een concert ga wil ik de musicus met huid en haar zien, horen en voelen spelen. Ik wil dat hij of zij niks achterhoudt. Ik wil meegenomen worden in de muziek zonder dat ik last heb van zijn of haar ego en de problemen die dat ego heeft, wat die ook zijn. Ja, we willen allemaal met overgave spelen.
Echte overgave kun je meteen herkennen. Zowel als speler als als luisteraar. Je ziet dat iemand getransporteerd wordt, dat er niks tussen de musicus en de muziek in staat. Het is ook zeldzaam. Want je kunt het niet afdwingen.
Toch ging ik dat natuurlijk proberen. Eerst was het via perfectie. Want na die memorabele les dacht ik: nou, ik kan pas genieten als er geen valse, foute, saaie, ongelijke, krassende of piepende noten meer tussen zitten. Dus laat ik daar eerst naar streven. Uh-uh. Dat was hem dus niet.
Daarna ging ik Alexander techniek doen. Met het idee: dan kan ik te allen tijde voorkomen dat ik verkramp en dan heb ik dus volledige controle. En dan komt het goed. En inderdaad: veel geleerd, vrijer dan ooit aan het spelen en ademen. Veel meer controle dan vroeger. Maar een garantie voor overgave? Hm… mwah.
De laatste jaren doe ik Taotraining. Eeuwenoude Chinese wijsheid, die je leert om het ‘oog in de storm’ te zijn. En dat betekent voor mij: een innerlijke – en daarmee ook uiterlijke – rust behouden te midden van alle woeligheden des levens, zoals bijvoorbeeld concerten.
Vanavond tijdens het studeren realiseerde ik me dat overgave niet betekent, dat je jezelf moet verliezen. Was het niet Richard Strauss die zei: “Der Musiker soll kalt bleiben, damit das Publikum heiß wird”? Kalt is natuurlijk niet afstandelijk! Het is precies wat ik bedoel. Fysiek en mentaal zo kalm zijn dat je de muziek door je heen kan laten stromen. Zo goed in contact met je lijf zijn dat je het kunt reguleren terwijl het moeilijke dingen doet, mooie en heftige emoties ervaart, misschien niet helemaal lekker zit op de stoel van de dag, of dreigt te gaan zwoegen om een droge akoestiek te compenseren. Enzovoort. Er zijn zoveel omstandigheden die overgave in de weg staan. Maar als je een container wordt die groot genoeg is om het allemaal te laten bestaan en als je ondanks alles je aandacht met zachtheid en oprechte interesse bij de muziek kunt houden, dan kan het gebeuren: Genieten. Adem. Overgave.

Foto: Bodil Anaïs

Meer van mijn overpeinzingen lezen? Abonneer je op mijn nieuwsbrief.

Meer lezen

Aanmelden nieuwsbrief